Bron: Uitvoeringsregeling GLB 2023, bijlage 4
Inmiddels is op Europees niveau besloten dat lidstaten vrijstellingen mogen verlenen voor deze GLMC. Zie verder deze pagina over versoepelingen.
Eisen GLMC6
- In de zomer moet er uiterlijk 31 mei een groenbemester worden ingezaaid op percelen die uit productie zijn genomen. Deze groenbemester moet blijven staan tot minimaal 31 augustus. Bedekking met gewasresten of stoppels is ook toegestaan, net als spontane opkomst. Er geldt een uitzondering voor gevallen waarin het vanwege specifieke beheereisen in het kader van het ANLb onmogelijk is hieraan te voldoen;
- In de herfst en winter zijn er 3 regels voor bodembedekking:
- op kleigronden is tussen 1 augustus en 30 november minimaal 80% van het bouwland op bedrijfsniveau minimaal 8 weken bedekt met een bodembedekker. De bedekking kan bestaan uit een gewas, vanggewas, stoppels, mulchen, plantenresten of groenbemester. Ook hiervoor geldt een uitzondering als vanwege ANLb-beheereisen niet kan worden voldaan aan deze eis;
- vanaf 16 september tot 1 februari mag grasland of een blijvende teelt in principe niet vernietigd worden; daar zijn uitzonderingen op;
- het is verplicht om na mais op zand en löss een vanggewas te telen tot 1 februari. Vanaf 2024 is dit ook verplicht voor aangewezen klei en veengronden;
- Daar is nog een nieuwe regel bijgekomen, want inmiddels is het - conform het 7e Actieprogramma Nitraat - ook op zand/löss verplicht om een vanggewas of een winterteelt in te zaaien na de hoofdteelt. Het is geen harde verplichting; als je het niet doet, krijg je voor het daaropvolgende jaar een korting op de stikstofgebruiksnorm opgelegd volgens onderstaande tabel: