Cumulatie/stapeling

 
 

Relevante staatssteunregels

  • Staatssteun moet in principe een 'stimulerend effect' hebben (d.w.z. zonder die steun zou de inspanning niet vanzelf tot stand zijn gekomen);
  • Zowel eco-premie als ANLb-vergoeding (of een vergoeding vanuit een vergelijkbare publiek gefinancierde regeling) mogen alleen worden uitgekeerd voor bovenwettelijke inspanningen > inspanningen die vérder gaan dan wat vereist is;
  • De maximaal toegestane steunintensiteit in het kader van het ANLb is 100% van de extra gemaakte kosten/inkomstenderving; je mag kosten/inkomstenderving die al vergoed worden vanuit het ANLb voor het uitvoeren van een bepaalde activiteit voor diezelfde activiteit op hetzelfde perceel niet nogmaals vergoed krijgen vanuit de eco-regeling (of een andere regeling waar publiek geld mee gemoeid is).

Relevante scenario's

  1. de activiteiten komen overeen, maar worden op een verschillend perceel uitgevoerd: geen sprake van stapeling, dus niks aan de hand;
  1. de activiteiten worden op hetzelfde perceel uitgevoerd, maar zijn verschillend; stapeling van vergoedingen mogelijk, omdat het om verschillende activiteiten, en dus om verschillende vergoedingen/kosten gaat;
  1. de activiteiten worden op hetzelfde perceel uitgevoerd en komen (deels) overeen; vergoeding mogelijk voor zover het gaat om andere en/of extra kosten a.g.v. andere/zwaardere eisen.
 
Uiteindelijk gaat het erom of er overlap zit in de vergoeding. Daarvan is sprake als de waarde van de eco-activiteit gebaseerd is op dezelfde kosten en/of inkomstenderving als de ANLb-vergoeding.

Uitgangspunten bij overlap tussen activiteiten

Ter voorkoming van dubbele financiering is het volgende van toepassing:
  1. Als de activiteit óók wordt ingezet om te voldoen aan een GLMC, wordt er in de eco-regeling geen waarde aan de betreffende eco-activiteit toegekend en/of wordt de ANLb-vergoeding voor die activiteit gekort (zie ook verderop);
  1. Als er op hetzelfde perceel overlap is tussen een eco-activiteit en een ANLb-activiteit (bovenstaand scenario 3) moet een boer kiezen of hij voor die activiteit uitbetaald wil worden via de eco-regeling of via het ANLb. Als hij uitbetaald wil worden via het ANLb, mag de eco-activiteit wél meetellen qua punten, maar niet qua waarde.

Cumulatie meerdere eco-activiteiten op 1 perceel

Sommige eco-activiteiten kunnen worden gecombineerd op hetzelfde perceel. Bijvoorbeeld de activiteit groenbedekking gevolgd door de activiteit rustgewas. Deze activiteiten worden volgordelijk in tijd uitgevoerd. Bij deze combinatie worden de punten en de waarden van beide activiteiten aan het perceel toegekend. Wanneer twee activiteiten overlappende voorwaarden hebben, of wanneer er een samenloop ontstaat in de opbrengstderving van twee eco-activiteiten, worden de hoogste punten op de eco-doelen en de hoogste waarde van de combinatie van de eco-activiteiten toegekend. Dit vindt bijvoorbeeld plaats wanneer een rustgewas in combinatie met een stikstofbindend gewas wordt geteeld.

Cumulatie ECO-ANLb 📌

Een cumulatietabel voor de samenloop van eco-activiteiten en ANLb-activiteiten en eventuele overlap in vergoedingen is beschikbaar op de internetsite van RVO, en onderstaand als direct te downloaden Excel-bestand. Zie verder ook deze websitepagina van RVO.
Cumulatietabel overlap ECO-ANLb 2024 (op tabblad 4 is aangegeven wat er in 2024 anders is dan in 2023).

Let op: check óók de gewaslijsten

📌
Bij het checken of eco-activiteiten en/of ANLb-pakketten wel/niet gestapeld kunnen en mogen worden, zijn naast bovenstaande tabellen ook de gewaslijsten nog van belang. Stapeling is alleen mogelijk als bovenstaande Cumulatietabel ECO-ANLb dat aangeeft én de betreffende gewascode zowel bij de eco-activiteit als het ANLb-pakket is toegestaan.

Inzet ANLb als bufferstrook of niet-productief areaal

  1. Voor zover een deelnemer een oppervlakte waarmee hij in het betreffende jaar deelneemt aan het beheer inzet als bufferstrook, bedoeld in artikel 32, onderdeel b, in samenhang met bijlage 4, onder 4 en 4.a, van de uitvoeringsregeling, wordt door het bevoegd gezag geen jaarbetaling verstrekt voor zover in die bufferstrook een beheeractiviteit wordt uitgevoerd die is gericht op het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen of meststoffen, dan wel het geheel of gedeeltelijk afzien daarvan;
  1. Het in het kader van het beheer gebruiken van gewasbeschermingsmiddelen of meststoffen in de in het eerste lid bedoelde bufferstrook is een niet-naleving als bedoeld in artikel 2.10;
  1. Voor zover een deelnemer een oppervlakte waarmee hij in het betreffende jaar deelneemt aan het beheer inzet als niet-productieve grond als bedoeld in artikel 32, onderdeel b, in samenhang met bijlage 4, onder 8, eerste tot en met zevende lid, van de uitvoeringsregeling, wordt door het bevoegd gezag de jaarbetaling voor de betreffende beheeractiviteit verlaagd met de inkomstendervingscomponent zoals die voor het betreffende jaar en de betreffende activiteit is opgenomen in bijlage 4 van de SVNL 2016.

Toelichting ANLb-beheer en bufferstroken (GLMC4&10)

Op grond van GLMC4 & 10 moeten waterlopen/droge sloten beschermd worden tegen verontreiniging door en afvloeiing/uitspoeling van meststoffen, chemische gewasbeschermingsmiddelen en biociden. Dit geschiedt door het verplicht aanhouden van bufferstroken.
ANLb-beheer kan in de meeste gevallen ook uitgevoerd worden op een bufferstrook. Als het daarbij gaat om beheer dat betrekking heeft op het gebruik van meststoffen/bodemverbeteraars en chemische onkruidbestrijding, dan wel het (gedeeltelijk) afzien daarvan, kan daar geen vergoeding meer voor worden uitbetaald. Als dat wel gedaan wordt, is er sprake van een niet-naleving van een baseline-voorwaarde.

ANLb-beheer en niet-productief areaal (GLMC8)

ANLb-deelnemers moeten voldoen aan de eisen van GLMC8, tenzij ze onder een van de uitzonderingen vallen (bijvoorbeeld bedrijven met meer dan 75% gras). Dat wil zeggen: als niet-productieve beheerpakketten worden uitgevoerd op percelen die worden opgegeven als niet-productief areaal in het kader van GLMC8 moet de ANLb-vergoeding gekort worden.
De ANLb-vergoeding is in de meeste gevallen (op de vergoeding voor houtige en natte landschapselementen na) opgebouwd uit de volgende 3 componenten:
  1. inkomstenderving;
  1. extra gemaakte kosten; en
  1. transactiekosten.
Als niet-productief ANLb-beheer overlapt met niet-productief areaal dat wordt opgegeven in het kader van GLMC8, dan mag de component inkomstenderving (circa 77% van de vergoeding) niet meer vergoed worden. Vergoedingen zónder component inkomstenderving, zoals voor het beheer van houtige en natte landschapselementen, hoeven dus niet gekort te worden.
De eventuele korting van de component inkomstenderving is een korting op de berekening van de ‘waarde uitgevoerd beheer’, oftewel de B-kant van de berekening voor het ANLb (of de ‘rechterkant’). De korting vindt dus plaats op het beleidstarief. Een voorbeeld: voor akkerranden in regio 2 is het beleidstarief €5151 en de component inkomstenderving is dan €3962. Dan hou je dus €1189 over (voor een groot deel de berekende transactiekosten binnen het beleidstarief). Dat is dus de waarde die verrekend wordt aan de B-kant. Als je daar met je hectarebedrag (vergoeding voor de boer en jullie eigen transactiekosten) in de gebiedsaanvraag (A-kant) onder blijft én verder geen kortingen of andere tegenvallers hebt, krijg je je aangevraagde bedrag uitbetaald (immers A is lager dan B). De korting van de overlap met GLMC8 valt weg in de rekenruimte, maar die rekenruimte moet je dus zelf creëren en je weet pas achteraf met 100% zekerheid of je voldoende rekenruimte hebt.

Hoogte van de component inkomstenderving

Zie bijlage 4 van de SVNL om te zien wat de hoogte van de component inkomstenderving is in de beleidstarieven:

Welke beheerpakketten kunnen niet-productief zijn?

Onderstaande ANLb-bouwlandpakketten zijn niet in te zetten als niet-productief bouwland, omdat er bij deze pakketten altijd (van tevoren) sprake is van productie:
  • Pakket 14 Stoppelland
  • Pakketten 17c en 17d Bouwland voor hamsters met oogst
  • Pakket 40 Vogelgraan
  • Pakket 48 Vanggewas na uien en aardappels
De overige bouwlandpakketten zijn in principe wél in te zetten als niet-productief bouwland. Dit geldt ook voor de landschapspakketten.
Onderstaand een voorlopige tabel van RVO waarin de ANLb-pakketten zijn opgenomen die mogelijk inzetbaar zijn als niet-productief areaal in het kader van GLMC8:

ANLb-randenbeheer en GLMC4/10-GLMC8-ECO

Onderstaand plaatje geeft de verschillende opties weer qua stapeling in het geval van randenbeheer:
notion image
 

Ongeoorloofde cumulatie: wat nu?

Stel: er is onterecht 2 keer een subsidie verleend voor dezelfde activiteit op hetzelfde perceel en daarbij gaat het ook daadwerkelijk om een vergoeding van dezelfde kosten en/of inkomstenderving. Dan zijn de volgende vragen relevant:
  1. is er in de betreffende regelingen een anti-cumulatiebepaling opgenomen?
  1. was de subsidieverstrekker vooraf op de hoogte van het feit dat er al een andere subsidie is aangevraagd (of kon de subsidieverstrekker er redelijkerwijs vooraf van op de hoogte zijn)? (hangt ook samen met het antwoord op de volgende vraag)
  1. is aan de subsidieaanvrager (of aanvragers) in het kader van het aanvraagproces de vraag voorgelegd of hij/zij al een andere subsidie heeft aangevraagd voor dezelfde activiteit?
  1. in welke fase van het subsidieproces bevinden beide subsidietrajecten zich (is de subsidie al toegekend en/of uitbetaald of nog niet)?
  1. is een van de partijen iets verwijtbaar (afhankelijk van antwoord op vraag 2 en 3)?
  1. kan de subsidie met terugwerkende kracht worden ingetrokken of gewijzigd?
 
Als de conclusie is dat beide subsidies terecht zijn verstrekt en het de subsidieontvanger niet kan worden verweten dat hij/zij onjuiste gegevens heeft verstrekt, dan zal er discussie ontstaan over wie welke subsidie moet intrekken of wijzigen.
 

Zie ook

 
Built with Potion.so