Vergoedingssystematiek

Bron: wijzigingsnotitie GLB-NSP
 
 

Berekeningswijze

De berekeningswijze voor vergoedingen is gelijk aan de berekeningswijze tijdens eerdere GLB-periodes, en is gelijk voor zowel de eco-regeling (art 31 SPV) als het agrarisch natuur- en landschapsbeheer (ANLb). Deze berekeningswijze is in 2021 geactualiseerd.

Uitgangspunt berekening

Uitgangspunt van de berekening van het maximaal toegestane steunbedrag is een vergoeding op basis van extra kosten, gederfde inkomsten en een vergoeding voor transactiekosten. Voor de inkomstenderving is uitgegaan van de productiederving als gevolg van het uitvoeren van beheermaatregelen, de toename van arbeid en het saldo van exploitatie (opbrengsten minus kosten) van alle gewassen die door de beheermaatregelen worden beïnvloed.

Inkomstenderving eco-regeling

De inkomstenderving als gevolg van de ecoregeling wordt berekend aan de hand van gegevens van het praktijkonderzoek. Daarbij wordt de situatie met een beheersubsidie vergeleken met een referentiebedrijf onder optimale omstandigheden. Nederland is een vrij klein land, waardoor er voor gekozen is dit als één regio te zien, met een referentiebedrijf per grondgebruik. Wel heeft Nederland voor bouwland verschillende vergoedingen voor klei- en zandgrond. De berekende vergoeding neemt alleen kosten in beschouwing die verder gaan dan de baseline.

Onderbouwing

De vergoedingen worden door een onafhankelijk werkgroep namens het betaalorgaan berekend. Gegevens worden altijd op actuele onderzoeksgegevens gebaseerd en de berekeningen worden altijd doorgesproken met de onderzoekswereld.

TEWG

Voor het NSP is een technisch-economische werkgroep (TEWG) ingesteld die minimaal 1x per jaar de vergoedingen toetst aan de wetenschappelijke onderbouwingen waarmee een onafhankelijke wetenschappelijke toets geformaliseerd is.
De TEWG bestaat uit vertegenwoordigers van Wageningen UR te weten: WEnR, WEcR en ASG, PPO. Deze TEWG adviseert het betaalorgaan op welke wijze de tarieven in de rekensystemen voor de vergoedingen moeten worden aangepast. Daarbij wordt gebruikt gemaakt van de wetenschappelijke gegevensverzamelingen van de WUR. Deze gegevensverzameling is in 2021 geactualiseerd.

Tweejaarlijks gemiddelde

De herziende tarieven zijn gebaseerd op tweejaarlijks gemiddelde. Gekozen is voor een tweejaarlijks gemiddelde om de invloed van sterke prijsfluctuaties op de vergoedingen te verminderen. Voor arbeid geldt het tarief zoals vermeld in de CAO Bosbouw en tarief agrarische bedrijfsverzorging.

Relevante tarieven

Het gaat om de volgende relevante tarieven:
  • KVEM
  • Kunstmest
  • Arbeid
  • Opbrengstprijzen akkerbouw
  • Machines en werktuigen

Afstemming bouwplan

De maximale vergoedingsberekening voorziet in de mogelijkheid om de opbrengstderving af te stemmen op een bouwplan. De maximale vergoedingen worden jaarlijks geactualiseerd door het betaalorgaan.
 
 
Built with Potion.so