Mestplaatsingsruimte & ANLb

 
 
📌
NB deze pagina dateert van mei 2023; sindsdien is er geen nieuwe update. RVO heeft beloofd hun website te verduidelijken op dit punt. Dat is tot op heden echter nog niet gebeurd.
 

Standpunt LNV/RVO

De antwoorden vanuit LNV/RVO m.b.t. mestplaatsingsruimte in relatie tot het ANLb luiden als volgt:
Grond waarop vanuit de mestwetgeving en/of de conditionaliteiten geen bemesting mag plaatsvinden telt niet mee voor mestplaatsingsruimte. Er is dus geen mestplaatsingsruimte op teeltvrije zones, bufferstroken (GLMC4/10) en bouwland dat wordt ingezet als niet-productief Areaal (GLMC8a). Percelen die voor het ANLb worden ingezet en tevens worden ingezet om te voldoen aan de 4% niet-productief areaal, hebben dus ook geen mestplaatsingsruimte.
Daarnaast zijn er zorgen over het behoud van mestplaatsingsruimte voor overig ANLb-beheer dat als beheereis ‘niet bemesten’ heeft en dat níet overlapt met GLMC8a. In de regelgeving is niet opgenomen dat hier mestplaatsingsruimte voor wordt ingeleverd. Voor dit overig ANLb-beheer blijft de mestplaatsingsruimte dus behouden. RVO zal hierover de internetteksten verbeteren.
Antwoorden m.b.t. mestplaatsingsruimte i.r.t. groene braak (GLMC8/eco-regeling) en het ANLb:
De oppervlakte van percelen die ingezet worden voor eco-activiteit/GLMC8 ‘groene braak’ en ‘kruidenrijke bufferstroken’ telt niet mee voor de berekening van de mestplaatsingsruimte. Het doel van het mestbeleid is de uitspoeling van meststoffen naar water voorkomen. Percelen waarop geen teelt van een gewas (en dus geen oogst) plaatsvindt, worden daarom niet als landbouwgrond gezien voor de Meststoffenwet. Daarbij mag een perceel bij opname in de eco-regeling niet bemest worden (dit is een voorwaarde binnen de eco-regeling). Wanneer een dergelijk perceel toch als landbouwgrond voor de Meststoffenwet zou worden aangemerkt, komt er gebruiksruimte vrij die op een ander perceel of andere percelen kan worden benut. Omdat dit perceel in theorie dan over bemest zou kunnen worden zou de kans op uitspoeling toenemen.
Vanuit het verleden is afgesproken dat ANLb-beheer plaatsvindt op landbouwgrond. Wanneer je meedoet aan het ANLb krijg je ook gewoon mestplaatsingsruimte voor het betreffende perceel [of om precies te zijn: voor het betreffende gewas]. De enige ‘maar’ hierbij is dat als bemesting in het geheel is uitgesloten (dus ook beweiding) er geen derogatienorm voor het perceel gerekend mag worden.
Oftewel: als je een derogatievergunning hebt, mag je voor dat perceel niet de ruimere derogatienorm voor dierlijke mest rekenen.

Wat betekent dit concreet?

Als de eis om een ANLb-perceel niet te bemesten enkel en alleen voortvloeit uit de beheereisen van het ANLb en dus niet berust op een wettelijke verplichting, dan behoud je de mestplaatsingsruimte. Het ANLb is immers een vrijwillige regeling. In bovenstaande antwoorden hebben LNV/RVO bevestigd dat dit zo blijft.
Maar je hebt geen recht op mestplaatsingsruimte als ANLb-percelen overlappen met:
  • verplichte bufferstroken (GLMC4 & 10);
  • percelen waarop je de niet-productieve eco-activiteiten ‘bufferstrook met kruiden’ en ‘groene braak’ uitvoert;
  • niet-productief areaal dat je opgeeft in het kader van GLMC8, zoals kruidenrijke randen of groene braak.
De mestplaatsingsruimte hangt af van het specifieke gewas op een ANLb-perceel en de daaraan gekoppelde gebruiksnormen. Zie deze tabel van RVO.
Verder moet je er natuurlijk voor zorgen dat je op bedrijfsniveau onder de wettelijke gebruiksnormen blijft, zie volgende kopje.
 
📌
Let op: aan bepaalde gewassen is geen stikstofgebruiksnorm gekoppeld, omdat deze per definitie als ‘braak’/niet-productief areaal beschouwd worden. Een voorbeeld is de kievitstrook: momenteel zijn er maar 3 gewascodes toegestaan in relatie tot beheerpakket ‘kievitstrook’ en alle drie zijn ‘braakcodes’ (wij zijn overigens aan het pogen om dat te rectificeren voor dit specifieke pakket).

Stikstofgebruiksnormen

Vanuit de mestwetgeving gelden er wettelijke normen voor het gebruik van meststoffen, zie bijvoorbeeld deze tabel met stikstofgebruiksnormen. Daar moet je je dus altijd aan houden.

Een voorbeeld

Voor een perceel kruidenrijk grasland waarvoor een ANLb-pakket is afgesloten, met als beheereis ‘niet bemesten’, mag je de volledige stikstofgebruiksnorm van het gras meerekenen qua mestplaatsingsruimte. Bij kruidenrijke akkers wordt gerekend met de stikstofgebruiksnorm van ‘overige niet-vlinderbloemigen’.

Foutieve berichtgeving RVO gewascode 1926

RVO blijkt onjuiste informatie te hebben verstrekt over gewascode 1926 irt mestplaatsingsruimte. Inmiddels hebben ze dat gerectificeerd, zie onderstaand antwoord. Wij kregen ook al een vraag waarom bij deze gewascode de stikstofgebruiksnorm voor luzerne gehanteerd wordt, omdat dat niet gunstig is (vanaf jaar 2 is de stikstofgebruiksnorm dan alsnog 0). Dat was in de voorgaande GLB-periode overigens ook al zo. Desalniettemin gaan we daarover nog in gesprek met LNV/RVO om te bezien of we dat kunnen veranderen.
Sowieso blijven wij pleiten voor een betere afstemming tussen mestwetgeving en ANLb. De noodzaak daarvan wordt door de provincies inmiddels ook erkend.
Let op: want op verplichte bufferstroken raak je de mestplaatsingsruimte sowieso kwijt. Het gaat dan immers om een wettelijke verplichting, inclusief verbod op bemesting. Dus bij overlap tussen een ANLb-rand en een verplichte bufferstrook raak je voor het deel dat overlapt de mestplaatsingsruimte wél kwijt.
 
Mail ANLb-helpdesk:
Van: ANLB Helpdesk <ANLBhelpdesk@rvo.nl>
Verzonden: woensdag 14 juni 2023 11:52
Hallo,
Mijn antwoord gisteren was dat er geen mestplaatsingsruimte voor agrarisch natuurbeheermengsel (gewascode 1926) is, maar dat klopt (gelukkig) niet, excuses.
Voor de mest kennen we drie gebruiksnormen:
  1. dierlijke mest 170 kg N.
  1. stikstofgebruiksnorm, dierlijke mest + niet dierlijke meststoffen, zoals kunstmest
  1. fosfaatgebruiksnorm, dierlijke mest + niet dierlijke meststoffen, zoals kunstmest
Bij de norm luzerne krijg je dan:
Jaar 1
Jaar 2
Jaar 3
Dierlijk
170
170
170
Stikstof
40
0
0
fosfaat
40
40
40
Waarom vanaf jaar 2 geen stikstofgebruiksruimte meer: het gewas heeft dan geen extra stikstofgift (uit niet dierlijke meststoffen/kunstmest) meer nodig.
Het kan zijn dat de deelnemer ook braak en/of niet-productief heeft aangevinkt in de GO i.r.t. GLMC8/eco-activiteit groene braak. In dat geval is er sprake van géén mestplaatsingsruimte. Dit staat dus los van het ANLb.
Met vriendelijke groeten,
ANLB Helpdesk
Rijksdienst voor Ondernemend Nederland

Suggesties RVO qua gewascodes i.r.t. ANLb

Het gewas dat het grootste aandeel van het mengsel is, mag je als gewascode vermelden. Degenen die hun zaaizaad via hun collectief hebben, kunnen onderstaande gewascode gebruiken:
  • ANLb-pakket bufferstrook en verbrede bufferstrook: gewascode 266 (tijdelijk grasland). Let op: want voor het deel dat overlapt met de wettelijk verplichte bufferstrook raak je de mestplaatsingsruimte wél kwijt. Voor het deel dat breder is niet;
  • ANLb-pakket kruidenrijke akkerrand (veldleeuweriken-, patrijzenrand): gewascode 266 (tijdelijk grasland). Let op: want als een deel van de rand overlapt met de wettelijk verplichte bufferstrook raak je de mestplaatsingsruimte daarvan wél kwijt;
  • ANLb-pakket kruidenrijke akkerrand (bijenrand) kunt u gewascode 800 (rolklaver) gebruiken;
  • ANLb-pakket bloemblok en voor de 25% natuurbraakmengsel bij ANLb-pakket vogelakker: gewascode 314 (triticale);
  • ANLb-pakket wintervoedselakker: gewascodes 234 (zomertarwe), 236 (zomergerst) of 314 (triticale).

Braakvinkje GO

In gevallen waarin deelnemers ANLb-percelen op willen geven voor bijvoorbeeld eco-activiteit ‘groene braak’, puur voor de punten, gaat het mis qua mestplaatsingsruimte omdat je - om die eco-activiteiten te kunnen kiezen - het 'braakvinkje' aan moet vinken, met als consequentie dat de mestplaatsingsruimte voor die percelen verdwijnt. Het ANLb zou in dit geval leidend moeten zijn, want je kiest er immers voor om uitbetaling via het ANLb te laten lopen en alleen de punten voor de betreffende eco-activiteit te krijgen. En ANLb-percelen tellen wél mee qua mestplaatsingsruimte (mits niet ingezet als niet-productief areaal in het kader van GLMC8). En zoals ik op deze pagina uiteen heb gezet, zou dat mijns inziens ook gewoon moeten kunnen gelden voor deze eco-activiteiten.

Zie ook

Relevante mestwetgeving
Mestplaatsingsruimte irt eco-regeling
 
Built with Potion.so